OPSLUITINGEN, deel 2
In Bladmuziek 48 ging ik de afgelopen keer van start met een verhalenbundel over het problematische verschijnsel ‘opsluiting’. Opsluitingen zijn slotsituaties waarin zwart nog wel over restmateriaal beschikt maar verloren heeft, want hij is aan de beurt en kan niet meer bewegen. Nu dan deel 2, opnieuw gaat het over een zwarte schijf op veld 45 die aan zet is maar gedwarsboomd wordt door een wit stuk op 50. De vorige voorstelling werd, om een opstapje te maken naar het thema dat ik ditmaal behandel, afgerond met een prachtig werkstuk van meestercomponist S.A. Perepjelkin. Vandaag hebben we het over de meest voldragen triktrakopsluiting: de motiefstand waarin zwart aan zet is met een schijf op 45 en een dam op 50, tegen een witte dam op 6. In de finale van Perepjelkins uitsmijter wordt deze optie aangeboden als alternatief voor de onmiddellijke opsluiting z45/wD50; met die vondst en een briljante aankleding er van schonk hij de damwereld een chique diamant. Op hetzelfde idee bedacht hij trouwens nog een tweede topper (De Problemist, oktober 1994), hier te kijk gezet als diagram 14, speel na en laat het smaken! Pas na flink speuren kwam ik er achter ook zelf iets op mijn kerfstok te hebben met allebei de opsluitingsvarianten in de staart. Op 29 maart 1986 werd in Het Parool een onnozel bijoplosbaar pekaatje gepubliceerd dat nadien in de vergetelheid verdween. Alsnog schreeuwt die kneus om een opkalefatering, en zowaar en tevens hoera dat lukte op 17 november 2015 met dia 15; weliswaar gaat het er heel wat minder spectaculair aan toe dan bij Perepjelkin, maar dit is toch ook lang geen gek resultaat. Een weekje later kreeg ik dia 16 op het bord, hetzelfde slotidee maar in een heel ander jasje. |
||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_01.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_02.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_03.PDN |
14 | 15 | 16 |
14. 49-43(29x49) 37-31(27x47) 28-22 en nu dus a: (47x50) 22x4(49x8/13) 4x16(35x24 het maakt niet uit) 16-21(19x28) 21x6 ons onderwerp van vandaag of b: (47x44) 22x4(49x8/13) 4x16(35x24 wat kan het schelen) 16-38(19x28) 38x50 de directe opsluiting van de vorige keer. 15. 15-10(30x28) 10x8(2x13 noodzakelijk) 29-24(25x14) 24-19(13x24) 38-32(27x38) 42x4(31x42) 47x38(36x47) 4-9(47x6) 9x1 en daar hebben we dan het PK? motief uit HP 1986, waarop ik verder geen bewerkingen in de digitale boekhouding terug vond, een verrassende apotheose via twee sporen: a: (16-21) 26x17(6x22/28/33/39) 50-44(22/28/33/39x50) 1-6 of b: (6-11/17/22/28/33/39), 50-44(11/17/22/28/33/39x50) 1-6(16-21) 26x17(50x11) 6x50 16: 27-21(38x16) 48-42(39x48) 37-32(48x46) 45-40(34x45) 23x25(12x23) 28x10(toch maar 46x6) 25x3(5x14) 3x1 enz. 2. Het thema van deze aflevering: zwart aan zet met schijf 45 en dam 50 tegen een witte dam op veld 6 Naar de letter is dit niet een echte slotpositie, eerder een motiefstand, want de opsluiting wordt pas definitief nadat zwart zijn dam opoffert en wit naar 50 slaat. Om systeem te krijgen in de bestudering er van orden ik de composities van vandaag aan de hand van de actie van de witte dam; we kijken op welke wijze en langs welke weg dat stuk op veld 6 terecht gaat komen, oftewel: hoe klimt de triomfator op zijn paard. Qua manier zijn er twee mogelijkheden: of wel met een vlotte sprong = de dam slaat naar veld 6 (sectie 2a), of schoorvoetend = hij schuift naar 6 (sectie 2b). In geval van damschuiven naar 6 maak ik onderscheid in twee routes: 2b1- de dam komt vanaf veld 1 over de korte kant, of 2b2- de dam ploft neer over de lange diagonaal vanaf een van de velden 44,39,33,28,22,17 of 11. 2a. De witte dam slaat naar veld 6 Dit is een gemakkelijk te bewerken type, de Turbo Dambase hoest er met één druk op de knop meer dan half duizend van op. Hieronder een lekker triootje. Diagram 17 is een heel spectaculaire compositie van de voormalige ‘problemist des vaderlands’ Aart de Zwart (De Problemist, januari 1961); de gewiekste plakslag 21x3 over vier zwarte slachtoffers zie je bepaald niet af aan de diagramstand. Op dia 18 een oud knolletje uit eigen stal, aardig vanwege de opvallende tussensluipactie 1-18, het ding werd indertijd beneden de rivieren gedoopt (Excelsior Revue, clubblad van DC Heymans-Excelsior Den Bosch, november 1992). Plaatje 19 is niet wat je zegt kakelvers (het kwam tot stand op 31 oktober 2008) maar nieuw als legsel in de bewoonde wereld. Voor wie een standverklaring wil: zwart heeft (22-27) gespeeld, wit sloeg 21x23 en zwart werd de zelfverklaarde dorpsidioot met (19x28). Lekker is de twee etappen slag van de zwarte dam, de sta in de weg op 28 wordt uit het schootsveld verwijderd. Bij alle drie de problemen wordt de zwarte motiefschijf naar zijn eindstation op veld 45 gebracht, me dunkt een plusje. |
||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_04.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_05.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_06.PDN |
17 | 18 | 19 |
17. 15-10(14x5 naar keuze) 20-15(31x42) 34-29(25x32 vanwege het spektakel) 47x7(28x50, houdt 23 graag nog even vast) 26-21(23x45) 21x3(2x11) 24-19(13x24) 15-10(5x14) 3x6
18. 34-29(16x47) 37-32(23x45) 32x1(47x15 gedwongen) 25-20(15x50) 1-18(35x24) 18x6 19. 44-40(34x45) 39-34(30x48) 50-44(12x21) 16x27(6x17) 37-32(48x22) 32x3(22x50) 3x6 2b. De witte dam schuift naar veld 6 Zoals gezegd, deze groep laat zich onderverdelen in twee. Of wel 2b1, de witte dam schuift vanaf veld 1, en dat gebeurt in negenennegentig van de honderd gevallen, of wel 2b2, vanaf een van de velden 11,17,22,28,33,39 of 44 op de voorste triktrak diagonaal maakt de witte dam een zweefduik naar achteren, en die beweging is een zeer grote zeldzaamheid. 2b1. De witte dam schuift vanaf veld 1 naar 6 Op de dia’s 20 tot en met 25 laat ik er zes zien met de eigenschap witte dam schuift 1-6, bij de achterste drie maakt de zwarte dam vanaf 50 een extra pendel op de diagonaal, wat niks bijzonders is want het gebeurt (als ik het eigen werk als maatstaf mag nemen) in ongeveer een derde deel van alle gevallen. 2b1a. zonder pendel In het merendeel van de mij bekende gevallen gebruikt wit een listige vrijgevigheid om zijn doel te verwezenlijken: een zwarte schijf op 39 krijgt een giftige tractatie voor zijn kiezen en wordt dientengevolge tegen wil en dank ontplooid tot dam op 50. Vaak staat de motiefschijf 45 al van meet af aan toe te kijken; zo ook in diagram 20, een hapje van Jan Vink met allemaal bekende smaken maar niettemin appetijtelijk, ontrukt aan De Alkmaarse Courant van 9 maart 1968. De truc met het cadeautje laat zich aanmerkelijk verdiepen, bewijst bijvoorbeeld mijn nummer 21, eveneens uit een regionale bron (Damnieuws Oostelijk West-Friesland, 24 februari 1988). En dat het kan ook heel anders kan toont het fonkelnieuwe schepsel (d.d. 1 december 2015) op dia 22, waarin zwart zich een bizarre weg naar de nooduitgang moet banen. |
||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_07.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_08.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_09.PDN |
20 | 21 | 22 |
20. 24-19(23x25) 34-29 rondje van de zaak (25x23) 43-39(32x34) 41x12(18x7) 44-40(35x44) 49x9(4x13) 15x4(22-28 zwart heeft weinig beter dan plaksel) 4x1(28x39) 50-44(39x50) 1-6
21. 37-31(26x37) 46-41(37x46) 36-31(46x23) 31-27(17x39) 27x9(39-43) 44-39(43x34) 40x29(8-13) 9x18(19-23) 18-12(23x34) 45-40(34x45) 12-7(30-34) 7-1(34-39) 50-44(39x50) 1-6 22. 22-17(11x31) 32-27(31x22) 28x30(35x24) 34-30(24x35) 29-23(18x29) 33x4(3-9 zonder dit extra offer is de koek ook op) 4x1(40-44) 49x40(35x42 voor het goede doel) 47x38(36x47) 50-44(47x50) 1-6 2b1b. met pendel Arie van der Stoep was in zijn jonge jaren nog niet zo heel erg kritisch, tegenwoordig zou hij eigen bedenksels met een bloterik op 45 onder de pet houden, maar gelukkig dateert het ding op diagram 23 al uit 1967 (Het Damspel, september). Het gaat er rechtsonder frappant aan toe en de zwarte dam krijgt op de treiterende triktrak het heen en weer. Diagram 24 (De Problemist, april 2002) mag ik wel tot mijn meest aansprekende werk rekenen, zwart heeft tijdens het pruttelen een hele dikke vinger in de pap maar het is wit die dankzij een uitgekookte actie met zijn dam uiteindelijk gaat likkebaarden. Als laatste pendelaar een belegen werkje dat uit zicht was geraakt, het geval kwam al op 17 november 1987 tot me maar nu mag ie dan toch de wei in; bij eerste aanblik is het amper voorstelbaar dat er een zwarte schijf (na ontvangen offeranden) op veld 45 belandt en bevriest. |
||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_10.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_11.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_12.PDN |
23 | 24 | 25 |
23. 26-21(27x47) 21x3(47x40) 39-33(28x50) 37x6(25x34) 3x39(50x11 lolletje) 35x44(11x50) 6-1(bijv. 50-11) 49-44(11x50) 1-6
24. 24-20(40x38) 42x33(14x34) 33-29(31x42) 29x7 nu pakt zwart zijn enige serieuze kans met de tegenactie (3-8) 48x39(8-12) 7x18(9-13) 18x9(4x13) 15x4(26-31) 4x40(31x42) 47x38(36x47) 50-44(47x50) 40-1(laten we zeggen 50-17) 49-44(17x50) 1-6 25. 11-7(1x12) 22-18(13x22) 27x7(36x27) 28-22(27x18) 23x25(34x23) 25x45(nu dus 44-50) 33-29(23x34) 45-50(34x45) 7-1(50-22 ook een mogelijkheid) 49-44(22x50) 1-6 2b2. De witte dam maakt op de 6/50 diagonaal een schuiver naar veld 6 Jaap Viergever, jarenlang voorzitter en beschermengel van de Kring voor Damproblematiek, was een van de allergrootste jongens in het métier. Aanvankelijk (maar zie hieronder) verdacht ik hem van het produceren van de vroegste schuiver; diagram 26 (Amersfoortse Courant, 11 januari 1975) is een bescheiden kleintje dat uitnodigt tot oplossen met losse handen. Viergever doet het met de geëigende meerslagmethode, vanaf veld 50 beloert een zwarte dam zijn ongedekte witte confrère, deze offert eerst een duootje om de zwarte schijf op 45 te krijgen en kiest dan het hazenpad. Bij Viergever en op dia 28 promoveert zwarts motiefdam op veld 50 als gevolg van een slag, dat het ook met de schuifzet 45-50 kan bewijst dia 27 d.d. 25 november 2015. Mijn ruige dia 28 (Het Parool, 25 maart 1989) laat meer smijtwerk zien, alsmede een onverwachte ontmanteling van veld 1; zwart dient eigenhandig het witte blokje rechtsonder te slopen. | ||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_13.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_14.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_15.PDN |
26 | 27 | 28 |
26. 16-11(22x33) 11-7(1x12) 17x10(26x17) 10-4(33-39) 4x11!, wie naar 6 slaat mist de boot (39x50) 35-30(25x45) 11-6
Even leek het me een bruikbaar en bewerkelijk idee om de witte schijf 35 op 34 te zetten maar helaas, een kouwe kermis wegens na 4x11(39x50) tegelijk 11-6, immers (50-45), 6-1(45-50) en a. alsnog 34-30(25x45), 1-6, of b. de repeteervariant opnieuw 1-6(50-45), 6-1(45-50), 34-30 enz. en opsluiting. Wel te doen is het met de zwarte schijf 25 op veld 23, zie maar.
27. 22-17(13x11 maar de volgorde doet er niet toe) 20-14(39x37) 14x3(7x18) 16x7(1x12) 3x22(45-50) 34-29(23x45) 22-6 Op veld 45 staat van meet af aan een zwarte schijf zijn beurt af te wachten, geen al te fraaie aanblik. 28. 36-31(27x36 verplicht) 16-11(7x27) 12-7(1x12) 47-42(36x38) 6-1(32x41) 1x9(4x13) 15x4(13-18 uit nood geboren) 4x22(29-33) 39x19(30x50) 19x30(25x45) 22-6 Volgens vaste afspraak met onze webmaster zou deze rubriek na vijftien diagrammen nu klaar horen te zijn. Ik vraag coulance voor een laatste rondje van drie, dat naar mijn smaak niet onopgedist mag blijven. Diagram 29 getuigt van het voordeel van samenwerking, twee oude reuzen (Herman van Meggelen en Jan Scheijen) plaatsten het in augustus 1966 in ‘Damvreugde’; geen lauwerkrans dus voor Viergever. Dia 30 (Amsterdamse novemberoogst) doet het subtiel, zwart mag kiezen tot welke soort hij wenst te worden gerekend: type 2a met de damslag naar 6 of type 2b2 met de over de triktrak neerdalende damschuif. En weer is het Perepjelkin (Concours Odessa, 1989) die het licht mag uitdoen; de ene slagvariant sluit op, de andere opponeert, een magistrale trouvaille. | ||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_16.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_17.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/49/16Q2_18.PDN |
29 | 30 | 31 |
29. 29-23(18x20) 339-33(26x17) 42-27(31x42) 47x7(36x47) 7-2(47x24 grijpt de lekke reddingsboei) 30x19(13x24) 2x15(24-30) 15x11(30x50) 35-30(25x45) 11-6
30. 17-12(25x45) 12x5(26x17) 47-41(37x46) 49-44 en nu keuze, of wel a. gefaseerd (46x10/14/19/23) 5x11(39x50) 11-6 of b. linea recta (39x50) 28-23(46x10/14/19) 5x6 31. 22-18(13x42) 47x38(36x47) 26-21(17x37) 27-21(47x33) 39x28(23x32) 21-17 en nu maken we een vreugdedansje vanwege a: (12x21) 48-42(37x39) 42x2(35x44) 2x1(34-39) 50-44(39x50) 1-6 of b: (11x22) 48-42(37x39) 42x2(35x44) 2x40(45x34) 50-44 |