We gaan een aantal afleveringen aandacht besteden aan oppositiestanden. Zo noemen we slotstanden van een enkele schijf tegen een enkele schijf, zwart aan zet is reddeloos verloren want wit belet hem de doorgang. De eerste onderscheiding die gemaakt kan worden is een tweedeling in voltooide en onvoltooide opposities. Voltooid zijn ze als zwart door te zetten zijn schijf terstond prijsgeeft. Bijvoorbeeld zwart op 18 tegen wit op 28, zwart aan zet (18-22) of (18-23), wit 28x17 of 28x19 en schoon is het kunstgebit; of zwart 25 tegen wit 24 of 34, z.a.z. (25-30), wit hetzij 24x35 hetzij 34x25 en Bob is your uncle. Onvoltooid zijn de gevallen waarin er nog geschoven moet of mag worden voordat de oppositie in de oog in oog fase geraakt. Bijvoorbeeld zwart 14 tegen wit 43, zwart aan zet probeert nog aan dwarsboming te ontkomen en speelt dan ook handiger (14-20) dan (14-19), maar vergeefs want wit houdt met 43-39 de zaak onder controle en zwarts laatste poging (20-25) geeft geen uitkomst: 39-34, de oppositie is voltooid. Een ander voorbeeld: zwart op 11 tegen wit op 21 (of 22), hier is geen sprake van moeten maar van mogen uitschuiven, want zwart aan zet beschikt zowel over de traditionele oppositievariant (11-16) gevolgd door de voltooiing met 21-17 als over een harakiri weggeefvariant (11-17) met na 21x12 (of 22x11) een witte schijfnaturel als slottafereel. Vandaag en de eerstkomende keren kijken we enkel naar voltooide opposities. En daarvan heb je drie types: jegens een zwarte schijf aan zet op 26 verkeert een witte op 27 in horizontale oppositie, een witte schijf op 36 doet het verticaal en een witte op 37 opponeert diagonaal. Bij (voltooide) horizontale en diagonale oppositie bevindt de zwarte schijf zich altijd aan de bordrand, voor voltooide verticale oppositie leent zich het hele bord. De composities die u aanstonds te zien krijgt komen allemaal aan hun einde met horizontale oppositie; er zijn zeven mogelijkheden, te weten 6/7, 15/14, 16/17, 25/24, 26/27, 35/34 en 36/37. Bij alle zeven toon ik een setje van twee bewerkingen, de a problemen bereiken de oppositie als directe uitkomst van slagspel, bij de b-tjes wordt het doel bereikt via voorafgaand motiefspel. En dan volgt er op dia 8 nog een toegift. |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_01a.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_01b.PDN |
||
1a 6/7 rechtstreeks | 1b 6/7 motief | ||
1a 29-23 (33x22), 15-10 (18x40), 20x07 (02x11), 24x02 (35x24), 02x17 (11x22), 21-17 (22x11), 16x07 De eerste dia van vandaag dook op tijdens het wroeten in mijn file ‘komt later wel eens’ en is een productie uit oktober 2008. Dat subtiele 29-23 en dan plakken met 25-20 om gebruik te maken van de meerslag (18x40) is een vanouds beproefd recept; ik noem willekeurige voorgangers: de huidige hoofdredacteur van De Problemist Hein Wilsens paste het systeem in het clubblad van ADG Amersfoort in december 1977 al toe met een dam op veld 35 en ook zelf deed ik het eens bij een vorige clubcarrière, in Damnieuws Oostelijk West-Friesland van 10 oktober 1985. De aankleding mag dus gerust wel oudbakken worden genoemd, maar de wending 2x11x22x11 in mijn nieuwe werkstuk, een zwarte schijf aan de zwier, is voor zover ik kan nagaan kakelvers. 1b 23-18 (13x44), 18x07 (40x29), 07-02 (25x34), 02x50 over 29 (34-39, terstond), 50x17 (45-50), 21-16 (50x11), 16x07 Ooit (De Problemist, juni 1975) maakte ik een bejubeld exemplaar op de motiefstand zwart aan zet met schijven 6,40 en 45 tegen wit schijf 21 en dam 50, één dorpje verder dus. Die wikkelt het motief desgewenst net zo af als deze 1b, maar met een alternatieve extra scherpe variant door (6-11) 50x6 (45-50) 21-17 (50x11) 6x35 damnaturel. Vanwege de lekkere beginzet is dit ukkepukje toch ook wel schattig. Terstond (39-34) hoeft niet per se, het onscherpe (34-40) 21-16 (6-11) is evenzeer kansloos: 16x7 (40-44) en nu bijvoorbeeld 50x39 (44-50) 39-6 (50-45) 7-1 (45-50) en nu wint elke beweging van dam 1. |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_02a.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_02b.PDN |
||
2a 15/14 rechtstreeks | 2b 15/14 motief | ||
2a 49-43 (38x49), 42-38 (49x24), 38x09 (31x42), 47x38 (36x47), 26-21 (47x03), 21x14 (03x20), 25x14 Met zijn verrassende tweede zet zorgt wit voor verstrooiing. En dan zo’n zwarte dam die terugkeert naar de basisrij, altijd leuk. Schijf 15 vertoont geen teken van leven maar wenst toch niet als een complete niksnut beschouwd te worden; hij houdt de stand qua materiaal in evenwicht en voorkomt dat wit door overmacht kan winnen met het ruiltje 37-32 (38x27) 26x37. 2b 19-13 (21x34), 13x02 (29x38), 02-13 (18x09), 14x03 (25x14), 03x32 (16-21, manmoedig), 32x02 (36-41), 02-19 (41-47), 35-30 (47x20), 30-25 (20-03/09 of 20-29/33/38/42/47 naar keus), 19-14 of 19-24 (03/09/29/33/38/42/47x20), 25x14 Door te profiteren van de meerslagregel gaat wit plakkend naar dam, en vervolgens schuifoffert hij het ding direct weer terug, ter vervanging, dat wel! In plaats van de witte dam manmoedig direct aan de hoofdlijn te onttrekken kan zwart ook in het achterland blijven ploeteren; men ziet zelf wel waarom dat alternatief evenmin uitkomst biedt. Het motiefwerk is een (eigen?) verdieping van het motiefsysteem Blonde, dat al dateert van meer dan een eeuw geleden.. |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_03a.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_03b.PDN |
||
3a 16/17 rechtstreeks | 3b 16/17 motief | ||
3a 28-22 (15x24, anders slaan mits niet naar 18 mag, maar dit acht ik de slimste), 23-18 (29x40, nu maakt het niks meer uit), 22-17 (12x23), 49-44 (40x49), 17-11 (06x17), 21x01 (49x21), 01x27 (bijv. 21x32), 31-27 (bijv. 32x21), 26x17 Het voor de hand liggende slagsysteem 21x1x27 werd meermaals eerder bewerkt (Harry de Waard 1967, Derk Vuurboom 1982, Jan Scheijen 1994), mijn versie voegt het loopje 28-22-17-11 toe. In een wat robuustere uitvoering doet Kees van der Kuilen (Vrienden, januari 1946) het net even anders en fraaier, namelijk met 23x1x27. Merk op dat dia 3a ook zonder schijf 31 een scherp probleem is, in dat geval slaat de witte dam naar veld 22 en krijgen we een Blonde eindstand (zie 2b) op het bord. 3b 17-12 (08x28), 37-31 (28x46), 43x32 (46x28), 21-17 (11x22), 27x18 (23x12), 26-21 (16x27), 31x13 (12-18, op straffe van bagger), 13x22 (07-12), 36-31 (06-11, ruilen is ook zo wat), 31-26 (11-16, 12-17 is ook niks), 22-17 (12x21), 26x17 Dit probleem kwam boven water toen ik in mijn ongepubliceerde voorraad grasduinde, ik maakte het in de zomer van 2007. Zwart heeft zich tijdens de voorafgaande fase, in de mening een dammetje af te dwingen, vergrepen aan onnozel tussenlopen; en nu slaat wit zijn slag door schijf 8 op een verrassende reis naar verre bestemmingen te trakteren. Het ongecompliceerde eindspelletje is al bekend sinds 1982, onder andere uit werk van Dirk van den Berg; het laat zich spiegelen naar rechts boven. Er zijn twee scherpe varianten, vandaag kiezen we de thematische die ons voert naar de horizontale oppositie. |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_04a.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_04b.PDN |
||
4a 25/24 rechtstreeks | 4b 25/24 motief | ||
4a 19-13 (18x49), 11-07 (02x22), 13x02 (49x16), 39-34 (30x39), 02x07 (16x02), 15x24 (02x30), 35x24 De zwarte dam wordt getrakteerd op een rondreis, maar de eindbestemming wordt hem fataal. Wit heeft er een dam voor over. 4b 33-29 (36x27), 29-24 (22x44), 24x31 (30x39), 49x40 (21-26, tja), 43x34 (26x37), 48-42 (37x48), 40-35 (48x30), 35x24 Bij het doorploegen van mijn oude meuk stuitte ik ook op dit hapklare brokje dat al sedert 1985 in de kille krochten van mijn administratie lag te verkommeren. Een kijkplaatje, meer is het niet, maar om het nu ten eeuwigen dage te laten sluimeren is ook zo wat. Wellicht bleef bekendmaking tot nu toe achterwege wegens een inmiddels door de tijdgeest achterhaalde lapsus. Want de slag (22x44) werd door letterknechten van weleer beschouwd als een laakbare tweegever. Oneconomisch op het moment van de tussenkruip 29-24, toegegeven, maar niet gedurende zijn gehele bordbestaan, want het opentrekken 33-29 draagt wel bij aan de perfectie van zwarts meerslag op de eerste (3 in plaats van 2 of 2). |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_05a.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_05b.PDN |
||
5a 26/27 rechtstreeks | 5b 26/27 motief | ||
5a 27-22 (36x49), 20-15 (23x32), 22-18 (13x22), 24x04 (35x24), 04x09 (03x14), 12x03 (01x12), 17x08 (06x26), 03x25 (02x13), 15-10 (05x14), 25x27 (49x21), 16x27 Inderdaad, dit is een schunnig tafereeltje dat vandaag de dag misschien niet meer onbesproken de me-too controle passeert, maar het behelst wel een ouderwets stuk damproblematiek; vuurwerk zoals het publiek dat veertig jaar geleden heel graag zag. Wit weet twee dammen te behalen, eerst een gewone op veld 4 en vervolgens een bijzondere op het bij aanvang bezette verdedigingscentrum 3, die dam maakt vandaar de actie 3x25x27, een vermoedelijk niet eerder vertoond opofferingsritje. 5b 39-34 (14x25), 34x12 (25x45), 12-08 (02x13), 11x02 (22x11), 02x21 over schijf 33 (26x17), 16x07 (01x12), 44-40 (45x34), 06-01 (34-39, noodgedwongen), 01x32 (39x48), 32-21 (17x26), 41-37 (48x31), 36x27 Wit scoort zijn dammen op de bezette basisvelden 1 en 2, en dat mag je toch wel apart noemen. Voor de promotieschuif naar het met bodyguards omzwachtelde veld 1 is slopersarbeid en opofferingsbereidheid van de eerstgeboren zonnekoning nodig. Om het eindresultaat te bereiken is wit genoopt om ook zijn tweede grootvorst prijs te geven. |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_06a.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_06b.PDN |
||
6a 35/34 rechtstreeks | 6b 35/34 motief | ||
6a 24-19 (14x23 op straffe van andere rampspoed), 29x38 (36x47), 16-11 (47x49), 11x04 (49x16), 48-43 (16x49), 39-33 (28x39), 25-20 (15x24), 04x44 (49x40), 45x34 Wit tovert om te beginnen een onverwachte dwangzet uit de hoge hoed, zo ziet men ze zelden. De zwarte dam maakt een hyperactieve trip: 47x49x16x49x40. Schijf 21 kan ook op veld 43, dat maakt de stand een beetje aangenamer en het levert een weinigzeggend dwangmoment op voor de damslag vanaf 49; bezwaar is dat de plakker 16-11 dan zijn rijkste meerslagmoment kwijt raakt, vandaar dat ik toch maar de voorkeur geef aan de diagramstand. 6b 36-31 (27x36 gedwongen), 42-38 (32x34), 40x09 (19x30, de minst povere), 25x34 (04x13), 15x04 (26-31, toe maar), 04x02 (31x42), 47x38 (36x47), 02-08 (47x49), 08x44 (49x40), 45x34 Veel geforceerd zwart spel in dit probleem, het lijkt of hij met zijn contra attaque weet weg te komen maar wit heeft een venijnige plakker met zijn dam in de nastoot. Opvallend dat beide kleuren dezelfde dambeweging maken: wit 4x2, zwart 47x49) |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_07a.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_07b.PDN |
||
7a 36/37 rechtstreeks | 7b 36/37 motief | ||
7a 27-22 (35x42), 22x02 (36x27), 02x21 (16x27, want 42x31 is ook niks), 37-31 (27x36), 48x37 Ik geef toe (merkte het pas bij het raadplegen van de digitale getuigenbank) dat mijn probleem veel lijkt op een werkje van Dirk Kleen uit 1959 (Het Damspel van november dat jaar, hij liet de witte dam naar 21 slaan vanaf veld 3), maar dit ding is qua beginstand en wat betreft het plakwerk net eeen tikje olijker, en verdient wel een plekje in de schaduw van de oude meester. De zwarte oppositieschijf staat bij aanvang weliswaar op zijn eindbestemming maar maakt gedurende de rit een op-en-neertje. 7b 16-11 (18x36), 11x04 (12-17, een wanhoopspoging), 04x27 (17-21), 27x16 (01-07), 16x02 (30-35), 02x30 (25x45), 32-27 (35-40), 27-21 (40-44), 50x39 (45-50), 39-33 (50x42), 48x37 Zwart trekt teneinde zijn vege hachje te redden de trukendoos open, een tegencombinatie; dapper, maar in het afspelletje gaat hij desondanks kopje onder. In deze compositie staat de zwarte oppositieschijf bij aanvang nog niet op zijn eindbestemming. Toegift Bij alle veertien problemen die u tot nu toe te zien kreeg bereikte wit de slotoppositie met een slag. Maar het kan ook met een schuifzet, al is dat, blijkens het nog geen handjevol bewerkingen dat de Turbo Dambase optrommelt, wel een dekselse opgave. Ik reken de in de aanhef vermelde bastaardvorm (onvoltooide) oppositie dan wel harakiri (het voorbeeld was z 11/ w 21 of 22) pal naast de bordrand niet mee, dan is het een koud kunstje, maar overigens is het donders lastig om iets leuks te bedenken. Of dat met de twee onder nummer 8 gelukt is, aan u de beoordeling. |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_08a.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/57/18Q2_08b.PDN |
||
8a 35/34 rechtstreeks met schuif | 8b 36/37 motief met schuif | ||
8a 33-28 (31x42), 47x38 (36x47), 49-44 (47x22), 26-21 (40x38), 21x05 (22x44), 05x40 (35x44), 50x39 (24x35), 39-34 Met deze zetting repareer ik een slordig mankepootje van me uit Het Damspel van mei-juni 1987. Toen stond de witte schijf 43 op 44 met een bijoplossing als gevolg via de wegloop 37-32, schijfwinst (en toereikend voor partijwinst) want de tussenloop (31-37) faalt vanwege de geniepzet 39-34. De clou 50x39 (24x35) 39-34 is veel ouder dan mijn bewerking: een oorlogskindje; Jan Scheijen introduceerde hem in 1943 en er zijn vier bewerkingen bekend. 8b 23-18 (12x14), 21x03 (30x19), 03x20 (25x14), 39-33 (19-24, kansloos verweer), 29x09 (04x13), 15x04 (35-40, surprise), 04x31 surprise ammehoela (40x36), 42-37 Het ziet er in het zes om zes standje na het inleidende wapengekletter hoogst belabberd uit voor zwart zijn stoffelijke resten. Hij probeert de zaak op de valreep te flessen, maar wit schenkt hem via een meerslag de dam als een genadebroodje. |