Opposities (hoofdstuk 7)
We gaan verder met de behandeling van ‘voltooide verticale oppositie aan de zijrand van het speelbord’. Acht mogelijkheden, zo meldde ik, waarvan we de vorige keer al de vier bekeken die zich afspelen op de rechterflank. Vandaag switchen naar links en ons oog valt dan op: 6/16, 16/26, 26/36 en 36/46. Voor toegewijde lezers is 36/46 al geen onbekende locatie meer, immers ‘in de linker benedenhoek’ is een plek zowel aan de onderzij links (een terrein dat in een eerdere Bladmuziek werd behandeld) als op de linkerflank onderaan (het werkgebied van vandaag). Op de plaatjes 7en 8 herhaal ik twee bewerkingen van 36/46 die al in eerdere rubrieken werden vertoond, uit editie 61 dia 5a en uit editie 62 de dia 5b, en op dia 9 voeg ik een kakeltje vers exemplaar toe aan de motiefbewerkingen. |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/64/20Q2_01.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/64/20Q2_02.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/64/20Q2_03.PDN |
|
1. 6/16 zonder motiefspel | 2. 6/16 met motiefspel | 3. 16/26 zonder motiefspel | |
1. 22-17(37x50) 27-21(24x42) 15x02(11x22) 02x17(50x11) 16x07(01x12) 21-17(12x21) 41-37(42x31) 36x16 Wit springt in het gat op 17, maakt daar een cliffhangertje door schijf 12 diens uitzicht op slaan te benemen en zet met een rondslag de zwarte dam voor schut. Ja er valt wel wat te beleven in dit probleem, en dan moet je aan het eind ook nog eens schijf 21 meegeven, anders kom je er niet. 2. 44-40(18x29) 39-34(23x32) 34x14(45x34) 42-38(32x43) 48x08(03x12) 14-10(31-37) 10-05(36-41) 47x36(37-42) 21-17(12x21) 05-37(42x31) 36x16 Met twee elegante zetten betrekt wit de vijandelijke vluchteling op veld 45 bij de afwikkeling. Tijdens het motiefspel dreigt zwart goed weg te komen, maar net zoals bij het vorige probleem heeft wit het mmeegeven van schijf 21 achter de hand. 3. 47-42(36x47) 33-29(24x44) 35x04(44x35) 45-40(35x44) 43-39(44x33) 38x07(47x21) 04-15(01x12) 15x07(02x11) 06x26 De goedkoop verkregen dam op veld 4 blijkt door de vrije schuif naar 15 zijn gewicht in goud waard. 15x7 is bepaald geen alledaags damoffer, slechts vier keer eerder vertoond in de probleemgeschiedenis, aldus het boekje ‘Dammen-Spel’ deel 13. |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/64/20Q2_04.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/64/20Q2_05.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/64/20Q2_06.PDN |
|
4. 16/26 met motiefspel | 5. 26/36 zonder motiefspel | 6. 26/36 met motiefspel | |
4. 24-20(15x35) 34-30(25x23) 33-28(22x42) 43-38(42x33) 44-40(35x44) 50x06(07-11) 06x26 Als u het al niet dacht: 50x6. En dan het motiefspel, een harakiri ontknoping. Van de allerslapste soort? Voor dat soort laatdunkende opmerkingen had u bij Piet Kleute (1896-1961) moeten zijn, die zette dit weggeefstandje in 1924 als eerste op het bord. 5. 26-21(36x47) 12-07(01x12) 17x08(06x26) 32-27(02x13) 38-32(47x38) 32x43(39x48) 50-44(40x49) 20-15(49x21) 15x04(29x20) 04x37(48x31) 16x36 Wit is in een wel heel gulle bui; toegegeven, het is louter uit eigenbelang, maar hij overstelpt zijn tegenstander met dammen. De jongste twee worden in de slotbeweging weggezeist. 6. 32-28(35x44) 22-17(12x34) 50x19(14x32) 33x13(02-08) 13x11(06x17) 26-21(17x26) 42-37(32x41) 47x36 Een volkomen ander soort problematiek dan zijn barbaarse voorganger; dit is er eentje met affiniteit aan de wedstrijdpraktijk, ook al is zwart eventjes les 1 uit het leerboek vergeten: kijk uit je doppen voor je ergens achterloopt. Ook nu moet wit in een drie om twee finale weer achteloos een houtje cadeau doen. |
|||
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/64/20Q2_07.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/64/20Q2_08.PDN |
http://www.damclubpurmerend.nl/pdn/64/20Q2_09.PDN |
|
7. 36/46 zonder motiefspel | 8. 36/46 met motiefspel | 9. 36/46 met motiefspel of | |
7. 44-40(23x41) 43-39(35x44) 48-43(24x35) 33x31(44x42) 31-27(21x32) 43-38(32x43) 45-40(35x44) 50x46 In de database vond ik van 36/46 vier bewerkingen met de vierslag 50x46, er zat er geen bij met het keuzemoment na 43-38, dit probleem is dus best wel een bijzonder ding. 8. 22-17(33x11) 16x09(04x13) 15x04(39-43) 04x40(43x41) 49-43(35x44) 43-39(44x33) 42-38(33x42) 48x46 Zwart prikt hoopvol in het gat op 43, maar daar heeft wit iets op gevonden, het sneaky zetje 49-43. 9. 35-30(38x40) 30x08(02x13) 11x02(40-45) 02x21(16x27) 44-40(45x43) 49x38(36-41) 28-33(27x36) 33-28(22x33) 42-38(33x42) 48x46 Zwart kiest een tijdlang eieren voor zijn geld om nog een ontsnappingspoging te kunnen wagen, maar het motiefstandje van drie zwarte tegen vier witte schijven is onverbiddelijk. Het is trouwens al een stokoud motiefje, van Dirk van den Berg uit 1963, en in 1982 liet Jan Pennings zien dat het ook nog een ietsiepietsie kan worden uitgewerkt (zet zeven witte schijven op 28,31,38,41,42,48,49 tegen zwart ook zeven op: 16,17,18,22,29,33,39; je ontdekt op eigen kracht wel hoe dit kleintje moet). De volgende keer gaan we op zoek naar voltooide verticale opposities midden op het bord. Tot dan maar weer. Pieter |